“En het geschiedde in die dagen dat er een bevel kwam vanwege…”, nee maakt u zich niet ongerust, midden in de zomer géén kerstverhaal.
Het was in het eerste deel van de jaren negentig een goed gebruik dat elke omroep in de zomer haar regio in trok, om zo de band met de luisteraar te verstevigen. En zo geschiedde het ieder jaar weer rond de maand juni dat de programmaleiding de vraag stelde “wat worden dit jaar de locatie’s van het zaterdagprogramma ?” Een vraag die altijd garant stond voor enthousiaste reacties. Meestal nam halverwege de serie van zo’n 15 programma’s dat enthousiasme wat af als half slapende medewerkers om zeven uur ‘smorgens de reportagebus stonden in te laden… zich afvragend waarom de nacht zo kort is na een gezellige avond. Na een kan koffie en de rit naar de locatie was dat leed meestal al snel vergeten. Publiek genoot, presentatoren konden hun kunsten in levende lijve vertonen, gasten liepen af en aan, kortom: Hollands Gezellig.
In het programma zat ook een spel. Deel van dat spel was het altijd hilarische ‘blikken gooien”. U kent ze wel, appelmoesblikken, in een torentje gestapeld, die met een een zachte bal moesten worden omgegooid. Altijd goed voor veel gelach en hilariteit, en ook goed voor de regie-assistente. Zowel bal als blikken kunnen een aardig eind wegrollen als ze niet door een achterwandje worden tegengehouden !
Het leuke van deze zomertoer was dat we vaak op plaatsen stonden waar evenementen gaande waren, of op pretparken. Zo ook die zaterdag dat we waren neergestreken in een pretpark wat grensde aan de zonnige oevers van één der randmeren. En lezer: we schrijven nog steeds het eerste deel van de jaren negentig, toen het mobieltje voor een enkele VIP nog uit een autotelefoon ter grootte van een mini-bar bestond.
Terug naar dies Zonnigen Zaterdag aan een nabij het Gooi gelegen waterplas. De opnames waren voorspoedig verlopen, en het klokje van gehoorzaamheid gaf een aangenaam prettige tijd tot aan het begin van de uitzending aan. Tijd genoeg voor de volledige crew om een verfrissende duik te nemen in het koele water, en even te genieten van een zomers’zonnebad. En terwijl de tijd rustig voorttikte… wachtte de technicus van dienst in de studio zwetend op de uitzendbanden èn zijn aflossing. Eén uur voor uitzending vroeg de eindregisseur langs de (zonnig rood verbrande) neus weg ‘is ’t bandje d’r al ?’, waarop het antwoord slechts een ontkennend ‘nee’ kon zijn. En terwijl de middagzon hoger klom, steeg ook langzaam de irritatie….
Omroep mensen zijn mensen van de klok, dus vijf minuten voor uitzending reden wij met de reportagewagen het studioterrein op, overhandigden aan een verhitte technicus de uitzendbanden (‘tijd zat joh, zit nog pips en nieuws tussen ook’) en gingen rustig uitladen. Het commentaar van de hoogst ongeruste en zeer boze eindregisseuse zullen wij hier niet vermelden, de trainer van het Nederlands Elftal zou met een dergelijke donderpreek nog eer inleggen. Toen de uitzending eenmaal draaide konden de gemoederen weer worden gesust met een flinke portie ijs met slagroom… in de schaduw onder de parasol. Ach ja, dat waren nog eens zomers !